Tag

blog Archieven - Stichting MKB Financiering

Bedankt Fons!

By | Actualiteiten, Nieuws, Stichting MKB Financiering


Vrijdag 20 mei vierde onze gewaardeerde collega Fons Huijgens zijn pensioen op een bijzondere wijze. Friends, familie en fans kwamen op uitnodiging van hem en zijn vrouw Els samen in en rondom de imposante LocHal te Tilburg om dit speciale moment luister bij te zetten. En speciaal werd het. Met onder andere een presentatie van journalist en filosoof Dr. Ralf Bodelier, levensliederen en carnavalskrakers van het duo ‘Lang en Gelukkig’, vioolmuziek van Theo van der Loo en accordeonmuziek door de gastheer zelf. Tilburg zal voor velen in positieve zin nooit meer hetzelfde zijn.

Veel betekend voor de stichting

Fons heeft veel voor de stichting betekend en is één van de founding fathers. Met zijn bankiersverleden bracht hij veel kennis in over ondernemen en bedrijfsfinancieringen. Ook deelde hij zijn financiële kennis graag. Dat deed jij met veel energie voor de stichting door middel van een groot aantal (bijna 100!) educatieve blogs, het geven van talrijke workshops en inhoud geven aan het Keurmerk Erkend Financieringsadvies MKB. Hiermee heeft hij een blijvende stempel gedrukt op de toekomst van de sector van mkb financieringsadviseurs.

Onze waardering voor Fons is groot en we gaan zijn inzet en bijdrage aan de stichting missen. Als dank voor al zijn werkzaamheden ontving hij uit handen van voorzitter Ronald Kleverlaan het Aandeel van Grote Waardering. We wensen hem en Els een goede tijd toe.

Blog 86: Ondernemersvrijheid

By | Blog

5 mei, bevrijdingsdag in Nederland. Wij vieren onze vrijheid groots met elkaar, met festivals, muziek en grote groepen mensen bij elkaar…  Ondernemend Nederland doet goede zaken en de economie loopt als een geoliede machine. 5 mei is elkaar jaar een mooie vrije dag.

Helaas de werkelijkheid is anders. Zowel in 2020 als in 2021 leven wij met grote beperkingen. De coronacrisis heeft tot grote uitdagingen geleid, zeker voor een grote groep van ondernemers in Nederland en haar medewerkers. Diverse branches hebben het zwaar en zijn vaak, ondanks overheidssteun, in zwaar weer beland.

Niet iedere ondernemer heeft (voldoende) steun ontvangen. Velen overleven door gebruik te maken van eigen spaargeld, eigen pensioen reserveringen of lenen van familie of vrienden. Deze ongelijkheid leidt ook tot minder vrijheid nu en meer beperkingen in het ondernemen in de nabije toekomst.

Mijn gedachten gingen 5 mei uit naar de gevolgen van de 2e wereldoorlog en de enorme schade die toen is ontstaan, zowel in persoonlijk, lichamelijk en geestelijke leed, maar ook in materiële en economische zin. 76 jaar geleden werd Nederland bevrijd en zat ze met een grote ‘puinhoop’ in haar maag.

Het vergelijk met 1,5 jaar coronacrisis kan op economisch vlak enigszins worden gemaakt.

De vraag rijst nu hoe zijn wij destijds uit die crisis gekomen? Welnu het grootste hulpprogramma om Europa en de rest van de wereld weer op te bouwen is en was het ‘Marshallplan’.

De miljarden investeringen en leningen werden verstrekt aan overheden en private sector, zodat de wederopbouw kon worden gestart. Dankzij het ondernemerschap van velen is Nederland opnieuw gestart. Met name destijds nodig om de infrastructuur, herbouw van fabrieken en woningen en transport te herstellen. Nu is er vooral economische schade aan en in bedrijven aangericht, die hersteld moet worden.

Het wordt de komende tijd een urgente zaak om met een groot investeringsplan én plan van aanpak voor bedrijven te komen. Zeg maar een ‘nieuw Marshallplan’ is gewenst. Voor het herstel zullen miljarden euro’s nodig zijn. Het ondernemersklimaat is zwaar aangetast. Zorg, ondersteuning en speciale regelingen voor ondernemers moeten soelaas bieden. Dit is echter niet voor korte duur, maar zal de nodige jaren vergen. Pas dan krijgen de ondernemers in Nederland weer lucht en hun gewenste ondernemersvrijheid terug.

Tot slot is het van belang dat alle stakeholders, o.a. overheid (Politiek, MinEZ, Financiën, Sociale Zaken), MKB, brancheorganisaties, banken en non-bancaire financiers de handen in een slaan. Het poldermodel nieuw leven inblazen. SMF staat klaar met haar beleid en visie om daaraan een bijdrage te leveren. Een gezond financieringsklimaat voor het MKB, zodat iedereen sterker uit deze crisis kan komen en er weer een mooie toekomst gloort voor ondernemend Nederland!

Door: Robert Teunissen

 

Marshall Plan poster (1950) door Isidore Leonard (Ies) Spreekmeester

Blog 68: Goedkoper kunnen we het niet maken, wel eenvoudiger

By | Blog, Financieren, techniek en visie

Keuzestress: welk financieringsproduct biedt jou de beste oplossing? Lening, staatsgegarandeerd krediet, obligofaciliteit, rekening-courant, borgstellingskrediet, exportfaciliteit, garantiekrediet. Hoe kan een ondernemer de juiste kredietvorm kiezen? Wat betekenen al die verschillende vormen? Wat zijn de voordelen, de kenmerken? En waarom zijn er zo veel producten? Een ondernemer wil gewoon geld lenen en dat terugbetalen. De vraag is eenvoudig, de oplossingen van aanbieders lijken soms ondoorzichtig. Dat is niet nodig.

Financieringsland is in de kern eenvoudig

De productmix in financieringsland is in de kern eenvoudig. Twee productvormen zijn slechts van belang voor het financieren van een onderneming. Alle details en opsmuk vertroebelen het beeld waar het om gaat.

Het eerste productvorm is de (vaste) lening

Bij een vaste lening krijg je een vast bedrag en wordt een vast  aflossingsschema overeengekomen. Eenmaal afgeloste bedragen kun je niet opnieuw opnemen. De looptijd van de vaste lening is daarmee ook duidelijk.

De tweede productvorm is het variabel krediet

Het variabel krediet is een financieringsfaciliteit, meestal met een bovengrens. Bij banken gaat dit in de vorm van een kredietlimiet op de betaalrekening, bij factormaatschappijen in de vorm van een maximaal percentage van de uitstaande vorderingen. Bij de bancaire variant wordt een bovengrens (kredietlimiet) afgesproken. Dit is het maximumbedrag waarover je kunt beschikken, maar je hoeft het niet op te nemen. Je hoeft niet af te lossen. In principe wordt jaarlijks beoordeeld of de hoogte van het kredietmaximum nog toereikend en passend is. Zo niet, dan kan aanpassing plaatsvinden. Bij de factorvariant krijg je een afgesproken percentage uitgekeerd op de overgedragen debiteuren, dus varieert de financiering mee met de verandering van de uitstaande vorderingen.

Eenvoudig toch?

Er is een groot aanbod van zakelijke financieringen. Alle varianten die financiers aanbieden, zijn terug te brengen tot deze twee basisvormen:

  1. vaste lening: je ontvangt de lening, lost periodiek af en her-opname is niet mogelijk.
  2. variabel krediet: je kan beschikken over een wisselend (bank-) krediet ofwel over een bevoorschotting op debiteuren, de faciliteit staat voortdurend (revolverend) ter beschikking.

Vaste lening voor vaste activa

De vaste lening is het meest geschikt voor investeringen in vaste activa. Bijvoorbeeld een investering in een pand, machines of inventaris. Het variabele krediet is het meest geschikt voor de financiering van het werkkapitaal, dus van de exploitatie van een onderneming. Overigens zijn veel non-bancaire financiers, als zij het variabele krediet niet in hun productaanbod hebben, graag bereid een vaste lening aan te bieden ter financiering van het werkkapitaal.

Nu nog de aanbieder kiezen

De keuze van het juiste financieringsinstrument hoeft niet heel moeilijk te zijn. Nu het aantal aanbieders zo groot is is het de vraag: hoe kies je de best bij jou passende aanbieder? Daaraan besteden we aandacht in ons volgende blog.

Blijf op de hoogte

Elke week de non-bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

Blog 67: Voor ondernemers geldt: Geld lenen levert geld op, maar is de zzp’er een echte ondernemer?

By | Blog, Financieren, techniek en visie

Ondernemers investeren in bedrijfsgoederen om rendement te maken. Het is vanuit het perspectief van rendement zinvol om een investering (gedeeltelijk) met geleend geld te realiseren… zolang het rendement op de investering groter is dan de kosten van de financiering. Let op: deze redenering gaat voorbij aan de nadelen en de risico’s van financieren. De uitspraak is zuiver cijfermatig. En de conclusie is duidelijk: geld lenen levert geld op als de kostprijs van de financiering lager is dan het rendement van de investering. 

Inkomsten onzekerheid zzp’ers extra groot

Als geld lenen geld oplevert, is de vraag gerechtvaardigd: is krediet zonder limiet verantwoord? Het antwoord is: nee. In ons blog 4 (Krediet zonder limiet) staat toegelicht waarom lenen óók risicovol is: een geldlening bevat vaste verplichtingen, terwijl de omvang van de inkomsten van een ondernemer onzeker zijn. De mate van onzekerheid is veelal groter naarmate een onderneming kleiner is. Een zzp’er is een de kleinst denkbare vorm van ondernemen: over het algemeen geldt dat de onzekerheid van de inkomsten van zzp’ers extra groot is. 

Zzp’er creëert geen ondernemingswaarde

Zzp’ers zijn ondernemers zonder personeel in dienst. Veel zzp’ers voeren niet een bedrijf in de klassieke zin, maar zij exploiteren voornamelijk hun eigen persoonlijke kwaliteit als professional. In de praktijk zijn veel zzp’ers werknemers zonder vast dienstverband. Zij werken voor een beperkt aantal opdrachtgevers. Het continuïteitsrisico van hun inkomen is groot. Een zzp’er creëert in zijn bedrijf wel inkomen, maar geen ondernemingswaarde

Meer zzp’ers zoeken naar financiering

Daar tegenover staat dat de meeste zzp’ers ook niet hoeven te investeren om hun activiteiten te verrichten. Toch zie je in de zakelijke leningenmarkt in toenemende mate ook zzp’ers zoeken naar financiering. Het is belangrijk de juiste afweging te maken bij het financieren van een zakelijke investering. Dat wil zeggen: levert de investering rendement in de bedrijfsvoering? Is dat niet het geval, dan levert de investering géén geld op! Dan kost deze geld. Dan is de andere slogan van toepassing: ‘let op: geld lenen kost geld’. 

Geld lenen groot risico voor zzp’er

Als zzp-ondernemer moet je je dan écht bewust zijn van het feit dat geld lenen een bovengemiddeld groot risico is. Investeringen in een laptop of in een auto om naar je werk te gaan zijn in feite gewoon consumenteninvesteringen. Veel zzp’ers roemen de vrijheid die het zzp-ondernemerschap met zich meebrengt. Hoeveel vrijheid heb je écht als je als zzp’er een (consumenten-) investering financiert met geleend geld met bijbehorende vaste verplichtingen?  

Blijf op de hoogte

Elke week de non-bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

 

Blog 62: Financier de toekomst, steun kleinbedrijf met nieuw fonds

By | Actualiteiten, Blog


Welvaart is de kurk waar een gelukkig land op drijft. Al vele jaren staat Nederland hoog in de internationale lijsten van welvaart en geluk. Welvaart wordt sterk beïnvloed door een succesvol, bloeiend en groeiend Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Vandaar dat vaak gesteld wordt dat het
MKB de motor is van de economie. Daar moet je zuinig op zijn. Het is dan ook logisch dat de Nederlandse overheid na het uitbreken van de Corona pandemie zoveel energie steekt in het ondersteunen van het MKB. Gegeven de maatregelen en de effecten daarvan tot nu toe verdient de overheid hiervoor hulde!

Kleinbedrijf cruciaal voor toekomstige welvaart

Bij de stelling dat het MKB de motor is van de economie past enige verdieping. Het MKB is geen eenduidige groep. Het betreft bedrijven variërend van ‘de bakker op de hoek’ tot bedrijven met 250 medewerkers en € 50 miljoen omzet (deze grote middenbedrijven zijn overigens weer voortgekomen uit het echte kleinbedrijf). Dus binnen de groep MKB bedrijven vormen de KLEINbedrijven de vijver voor de groeiers en latere midden- en grootbedrijven. Valt het kleinbedrijf weg, dan valt de toekomst weg… Met andere woorden: het K L E I N bedrijf is cruciaal voor de toekomstige welvaart van Nederland. Het is dus van vitaal belang dat de overheid met haar corona maatregelen het kleinbedrijf bereikt.

Zijn de maatregelen voldoende gericht op het kleinbedrijf?

Met de eerste twee steunpakketten heeft de overheid op grootste wijze uitgepakt. Loonsubsidies, uitstelregelingen, rechtstreekse kostenbijdragen en financieringsinstrumenten zijn ingezet om de gevolgen van de pandemie op te vangen. Chapeau! Tot nu toe weten veel bedrijven het hoofd boven water te houden. Op Prinsjesdag wordt het volgende pakket maatregelen met een looptijd tot medio 2021 bekend gemaakt. Wij zien dat met vertrouwen tegemoet, maar hebben één grote zorg: zijn de maatregelen voldoende gericht op het kleinbedrijf en dus op een gezonde toekomst, of…. komt er zand in de motor van de economie en betaalt uiteindelijk het kleinbedrijf de tol van de pandemie?

Klein MKB profiteert niet van goedkoop geld ECB

Cruciaal in de maatregelen is het aspect van ondernemingsfinanciering. En hier ontstaat onze vraag: bereikt de overheid het kleinbedrijf (in aantallen veruit de meeste bedrijven in Nederland) met haar financieringsplannen? Wij vrezen van niet. De Nederlandse banken concentreren zich in toenemende mate op iets grotere bedrijven. Dit heeft de afgelopen jaren de ruimte geboden aan de nieuwe financiers (alternatieve financiers, non-bancaire financiers) een steeds groter deel van de financieringsmarkt in het kleinbedrijf te bedienen. Het jaarlijkse onderzoek van SMF bevestigt dit. De banken worden gefaciliteerd met goedkoop geld van de ECB, maar wij vermoeden dat het kleine MKB daar onvoldoende van kan profiteren. Zo leiden in de kern prachtige regelingen niet voldoende tot het gewenste effect op de plaats waar het nodig is: bij het (M)KB. Daarom pleit de Stichting MKB Financiering in een brief aan de ministeries van Economische Zaken en Financiën voor een overheidsfonds dat tegen zachte voorwaarden € 3,4 mrd ter beschikking stelt aan de non-bancaire financiers. De nieuwe (non-bancaire) financiers kunnen zo voor de Overheid een nieuwe marktpartij zijn om het geld te brengen waar het het meest effectief is: bij het MKB. Omdat het MKB de motor is van de economie pleit SMF er voor die motor nu te smeren om zo in de toekomst bloei, groei en welvaart te versterken.

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

 

 

 

Blog 61: Community finance versus werknemersparticipatie

By | Blog, Non bancaire financieringsvormen, Werknemersparticipatie en comunity finance


We hebben in de blogs 57, 58 en 59 de werknemersparticipatie (WNP) besproken. In deze laatste blog uit de reeks van vier leggen wij de link van werknemersparticipatie (WNP) naar community finance. 

Community finance, ook wel gemeenschapsfinanciering genoemd, is de overkoepelende term voor het financieren van een project of organisatie door een groep mensen met een gemeenschappelijk doel. In de praktijk betreft het vaak maatschappelijke voorzieningen en projecten die zijn opgezet vanuit een (lokale) gemeenschap, bijvoorbeeld lokale energievoorziening natuur, milieu en zorgvoorzieningen. Maar ook meer bedrijfs-achtige initiatieven als beheer en exploitatie van wijkcentra, sport en recreatieve voorzieningen, infrastructuur en onderwijs. Deze ontwikkelingen zijn mede een gevolg van trends als:

Iedereen investeerder

Een trend die breder gevoed wordt dan alleen door community finance. Het zijn niet alleen sociale initiatieven die mensen aanzetten tot investeren en het leveren van een bijdrage. Ook door ontwikkelingen in de financiële markten, door langdurig lage tot zelfs negatieve rente, worden mensen uitgedaagd spaargeld anders te beleggen. Er is hierdoor veel geld in de markt beschikbaar. In deze zin zijn werknemersparticipatie (WPN) en community finance vergelijkbaar.

Impact investeren

Investeringen die positieve maatschappelijke effecten tot doel hebben. Overigens is financieel rendement wel degelijk ook van belang, maar dat is niet het enige doel. Ook deze trend is toepasbaar op WNP en community finance.

Lokale betrokkenheid

Er is een sterke trend aanwezig naar lokale invloed. Bewoners willen weer invloed hebben op de voorzieningen en bedrijven die in hun buurt actief zijn en minder afhankelijk zijn van politiek en multinationals. Ook lokale productie van voedsel en goederen en ambachtswerk wordt steeds meer gewaardeerd.

Opkomst bewonersbedrijven, Buurt BVs & Community Businesses

Buiten de grote steden in het Verenigd Koningkrijk is het al heel normaal dat lokale bewoners zelf eigenaar willen zijn van gemeenschappelijke voorzieningen, maar ook samen lokale bedrijven willen exploiteren. Deze trend zien we nu ook naar Nederland komen. Zo zijn er in diverse plaatsen al wijken met een eigen stroomvoorziening.

Resultaten voor bredere groep stakeholders

Door de opkomst van maatschappelijke bedrijven, en de erkenning hiervoor door de overheid voor de oprichting van de BVm entiteit, wordt de focus verlegd van winstmaximalisatie voor een kleine groep financiers naar impact voor een brede groep stakeholders. Door financiering en resultaten ook bij een bredere groep stakeholders op te halen, komen ook de financiële baten bij een breder netwerk terecht.

Werknemersparticipatie is op basis hiervan feitelijk een vorm van community finance, waarbij de stakeholders zelf ook als werknemers directe betrokkenheid hebben bij de organisatie waar ze werkzaam zijn.

Financiering als bindmiddel voor bereiken gezamenlijke doel

Financieren is in deze voorbeelden niet alleen een financieel vraagstuk. Hier is financiering  een middel waarmee impliciet een ander doel dan financiering wordt bereikt. Financiering is in feite een geïntegreerd onderdeel van ondernemen, samenwerken en handelen van (groepen van) mensen. Met elkaar kun je voordelen behalen die het individu alleen niet bereikt. Financiering werkt hier als bindmiddel voor het bereiken van het gezamenlijke doel. Eén van de mooie kanten van het nieuwe financieren.

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

Eerdere blogs over werknemersparticipatie

Deel 1: Wat is een werknemersparticipatie en welke vormen zijn er
Deel 2: Motieven voor en kenmerken van een werknemersparticipatie
Deel 3: Het invoeren van een werknemersparticipatie
Deel 4: Community finance

 

Blog 60: Fijne bestemming! 520 Eiffeltorens of 2 keer naar de Maan?

By | Actualiteiten, Blog

Heb je als ondernemer geld nodig? Dan ga je naar een financier en je vraagt een lening aan. Hoe werkt dat? Je geeft aan

  • Waar je het geld voor nodig heb
  • Hoeveel geld je daarnaast zelf kan inbrengen
  • Wat je prestaties en resultaten in het verleden zijn geweest
  • En wat het effect zal zijn van de investering met het geleende geld

De geldverstrekker zal bereid zijn het gevraagde krediet te verstrekken als naar diens oordeel de historische prestaties en het toekomstperspectief daar aanleiding toe geven. Als ondernemer kan je het soms niet geheel eens zijn met de beslissing, maar je begrijpt dat de geldschieter deze afweging maakt.

Hoe anders is dat in Europees overheidsverband…… 

De berichtgeving over de Europese Top van het afgelopen weekend werd gedomineerd door de rol en positie van de vrekkige vier landen, waarbij onmiskenbaar een hoofdrol was weggelegd voor onze premier, Mark Rutte. De discussies gaan over het Europese herstelplan ter grootte van € 750 miljard euro.  Kern van de berichtgeving over deze  discussie gaat niet over de inhoud, het gaat alleen over de vorm: moet het bedrag geheel ter beschikking gesteld worden als subsidie, geheel als leningen of en mix, al dan niet met  voorwaarden. 

Geen enkel bericht gaat over de vraag: Wie heeft hoeveel nodig en waarvoor?

 

Hoeveel is 750 miljard euro?

Met name de hoeveelheid geld is interessant. Hoeveel is dat nu eigenlijk, 750 miljard euro?  Omdat het vakantietijd is hebben wij twee vakantiebestemmingen geselecteerd om het bedrag te visualiseren: de Eiffeltoren en de Maan.

Europese herstelfonds visualiseren

1 euro weegt 7,5 gram, de Eiffeltoren weegt ruim 10 miljoen kilogram. Als je 1,35 miljard euromunten opstapelt heb je een volledige Eiffeltoren! Als we het bedrag van het Europese herstelfonds op deze wijze visualiseren spreken we over 520 gestapelde Eiffeltorens, dat is 18 Eiffeltorens in elk Europees land……

Twee keer op en neer naar de maan

Een andere manier van visualiseren is alle 750 miljard euro’s stapelen en zien hoe ver je komt. Er ontstaat een stapel munten van ruim 1,7 miljoen km. Dat is twee keer op en neer naar de maan!

Fijne bestemming

Wat en hoe de dames en heren in Brussel ook beslissen, wij hebben er nu twee vakantiebestemmingen voor. De komende vier weken gaan we fijn besteden aan vakantiebestemmingen, zodat u ons volgende blog, dan weer in alle ernst, op dinsdag 25 augustus tegemoet kan zien, goede vakantie!

Blijf op de hoogte

Blijf ook na de zomervakantie op de hoogte en schrijf je in voor onze blog. Na inschrijving ontvang je dan elke week een email met de blog in je postbus.

Blog 59: Werknemersparticipatie, deel 3: het invoeren van een WNP

By | Blog, Non bancaire financieringsvormen, Werknemersparticipatie en comunity finance

De werknemersparticipatie (WNP) is een specifieke vorm van community finance. In een reeks van 4 blogs bespreken wij de kenmerken, de werking en de voor- en nadelen van een WNP. 

Deel 1: Wat is een werknemersparticipatie en welke vormen zijn er
Deel 2: Motieven voor en kenmerken van een werknemersparticipatie
Deel 3: Het invoeren van een werknemersparticipatie
Deel 4: Community finance

Deze week besteden wij aandacht aan het invoeren van een werknemersparticipatie.

Het invoeren van werknemersparticipatie vraagt een zorgvuldige voorbereiding, want de regeling moet lang meegaan. De introductie en invoering van een WNP kent vier fasen:

1. Oriëntatiefase

Wat zijn de afwegingen en motieven en welke doelen wil je nastreven? Wil je medewerkers binden? Zijn er medewerkers die je juist niet wilt binden? Past WNP binnen de cultuur van het bedrijf: is er voldoende communicatie en openheid? Zijn de medewerkers geïnteresseerd in een deelname in het bedrijf? Zijn ze bereid geld te investeren in de onderneming? Wil of kan het bedrijf medewerkers financieel faciliteren om participaties te verwerven? Als duidelijk is dat een participatieregeling past binnen de onderneming, kan men zich oriënteren op welke mogelijkheden en vormen er zijn om te toetsen of deze voldoen aan de geformuleerde doelen. 

2. Ontwerpfase

In de ontwerpfase kies je het gewenste participatiemodel en de omvang van het percentage aandelen dat aan de medewerkers ter beschikking zal worden gesteld. De juridische structuur wordt gecheckt en zo nodig aangepast. In deze fase is het inschakelen van een expert onontbeerlijk. Hoeveel is het bedrijf waard? Er moet een waardebepaling (nulmeting) van de aandelen plaatsvinden, die met de fiscus afgestemd dient te worden. De fiscus wil voorkomen dat medewerkers ‘te goedkoop’ aandelen verwerven, want dat zou een vorm van verkapt loon zijn. Het verdient aanbeveling met de fiscus een lange termijnafspraak te maken over de waarderingsmethode, zodat je niet jaarlijks goedkeuring hoeft te verkrijgen. In de ontwerpfase wordt tevens bepaald hoeveel procent van het aandelenkapitaal voor de medewerkers ter beschikking komt. De vraag is of de regeling voor alle medewerkers toegankelijk wordt gemaakt, of voor een selecte groep. Aan welke voorwaarden en eisen moeten ze voldoen om in aanmerking te komen? Alle voorwaarden en condities worden vastgelegd in een reglement. 

3. Invoeringsfase

De daadwerkelijke invoering vereist goede voorlichting aan de medewerkers. Dit kan geschieden in de vorm van een (beperkte) prospectus. Daarin wordt de bedrijfskundige informatie van het bedrijf opgenomen, evenals een globaal overzicht van de voorwaarden en condities waaronder potentiële deelnemers kunnen deelnemen. Leg in deze fase alle relevante documentatie zorgvuldig vast. Communiceer alleen op basis van de documenten, teneinde ruis in de communicatie te voorkomen. Geef expliciet toelichting op de wijze waarop de waardebepaling (de nulmeting) tot stand is gekomen en leg uit hoe de waarde in de komende jaren zal worden vastgesteld. Dit is immers bepalend voor de waarde van hun deelneming en dus voor het rendement dat de deelnemers op hun investering kunnen realiseren. 

4. Onderhoudsfase

WNP vereist zorgvuldige vastlegging en administratie. Om de handel in de participaties mogelijk te maken, wordt periodiek een “handelsdag” georganiseerd (gebruikelijk is eenmaal per jaar). De medewerkers ontvangen daartoe jaarlijks een specifieke verslaglegging over de gang van zaken van de onderneming, plus de actuele prijs van de participaties. De prijs wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de in de regeling opgenomen methode van waardering. Op een handelsdag kunnen medewerkers participaties bijkopen of terugverkopen aan de onderneming (DGA). Periodiek dient de waarde van de participaties door een externe deskundige te worden gecheckt. De frequentie hiervan is mede afhankelijk van de ruling die met de fiscus is getroffen, en van de ontwikkelingen van het bedrijf en zijn omgeving. Een frequentie van eenmaal per drie à vier jaar is meestal toereikend.

Interesse participatie neem toe

Hoewel werknemersparticipaties in het verleden (jaren zestig en zeventig) enige malen inzet zijn geweest bij cao onderhandelingen is het instrument in Nederland beperkt toegepast. Het opleidingsniveau van medewerkers in onze huidige kenniseconomie is hoger en ook ondernemerschap is populairder dan in die periode. Dit zijn wellicht redenen waarom op dit moment de interesse lijkt toe te nemen. Die interesse is breder dan alleen werknemersparticipatie. Ook participatie vanuit de keten (afnemers, leveranciers en financiers) lijkt toe te nemen. Daarom besteden we volgende week nog één blog aan deze verbreding: community finance.

Blijf op de hoogte

Volgende week bloggen we over het invoeren van een werknemersparticipatie. Blijf op de hoogte en schrijf je  in, je ontvangt dan elke week onze blog in je postbus.

 

Blog 53: Bedrijfsobesitas, wat doe je eraan?

By | Blog, Financieren, techniek en visie

In de afgelopen halve eeuw is de toename van de welvaart samengegaan met de toename van het lichaamsgewicht van mensen. Inmiddels heeft in Nederland 50,2% (!) van de mensen overgewicht. 15 % heeft ernstig overgewicht, obesitas.

Financieel overgewicht door vreemd vermogen

In het Nederlandse MKB is het niet anders. Het financieel overgewicht van bedrijven vertaalt zich in een overmaat aan vreemd vermogen. Een overmaat aan vreemd vermogen leidt tot een (te) lage solvabiliteit. Is de solvabiliteit minder dan 35% dan is er sprake van ‘overgewicht aan financiering’”, is de solvabiliteit minder dan 25% dan is er sprake van financiële obesitas. Lager dan 15% is levensbedreigende financiële obesitas. Ondernemingen met een onvoldoende solvabiliteit zouden hun prioriteit bij vermogensverbetering moeten leggen, níet bij investeren in combinatie met meer financieren. Maar waar kunnen zij terecht? Op de keper beschouwd: nergens.

Geen financiële producten voor verbetering solvabiliteit

In de huidige markt worden géén financiële producten aangeboden waarmee een (kleine) MKB onderneming zijn solvabiliteit kan verbeteren. In blog 52 zijn de instrumenten genoemd waarmee MKB ondernemers de solvabiliteit kunnen verbeteren: 

  • Winstinhouding: klopt, maar dan moet je wel winst maken en misschien járen sparen
  • Balansverkorting: helpt procentueel wel, maar levert geen eigen vermogensgroei op
  • Inbreng extra kapitaal door ondernemer: daar moet je privé dan wel over beschikken
  • Inbreng kapitaal door derden/investeerders: waar vindt “de bakker op de hoek” een investeerder?
  • Werknemersparticipatie: het bindt wel personeel, maar de (te verwachten) verbetering van het eigen vermogen is beperkt.

Conclusie 

Solvabiliteitsverbetering is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Weer een gelijkenis met  overgewicht…

Probleem niet nieuw

Het probleem van te lage solvabiliteit is niet nieuw. In het verleden zijn er verschillende initiatieven en door de overheid geïnitieerde en gesteunde maatregelen geweest. Zo heeft de “Garantieregeling Particuliere Participatie Maatschappijen” uit 1981 tot het ontstaan van veel participatiemaatschappijen geleid. Maatschappijen die voornamelijk de focus hebben op het grotere MKB. In dezelfde periode werd via de toenmalige NIB gedurende een beperkte tijd een ander risicodragend product aangeboden (Kapitaal Krediet). 

Wel aandacht voor start ups en scale ups

De later geïntroduceerde ‘Tante Agaathlening’ (afgeschaft in 2011) was een succesvol (fiscaal) instrument voor kleine ondernemingen. Inmiddels wordt er in de politiek gesproken over een revitalisering van deze regeling in het kader van de discussie over durfkapitaal. De gedachte is dat een nieuwe durfkapitaalregeling de groei van ondernemingen in de beginfase zou kunnen bevorderen. Interessant, maar véél belangrijker is een instrument voor de honderden duizenden bestaande, soms lang gevestigde, bedrijven die onvoldoende gekapitaliseerd zijn. De laatste jaren gaat alle aandacht uit naar start ups en scale ups, dat is hip. Bestaande MKB bedrijven zijn de basis van onze economie, maar zij worden niet in staat gesteld op eenvoudige wijze een gezonde vermogensverhouding te realiseren. Dat is een lacune in het financiële productenassortiment. 

Uitnodiging, wie komt er met een instrument?

Wij nodigen iedereen, ondernemers, adviseurs, politiek, wetenschappers, commerciële marktpartijen, uit om daar eens de gedachten over te laten gaan. Een eenvoudig instrument waarmee het MKB in staat wordt gesteld

  • haar solvabiliteit te verbeteren
  • de basis voor continuïteit te vergroten
  • de leencapaciteit uit te breiden

En daardoor in staat is

  • meer te investeren
  • meer werkgelegenheid te behouden
  • sneller te groeien
  • meer innovatie te realiseren

Wij denken dat het mogelijk is. Wat vind jij? Stuur je feedback, zienswijze, oplossing, instrument of product om de solvabiliteit van het MKB te verbeteren naar info@stichtingmkbfinanciering.nl. We zijn benieuwd!

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

Blog 52: Op 5 manieren het financieel uithoudingsvermogen verbeteren

By | Blog, Financieren, techniek en visie

In de blog van vorige week hebben wij geconstateerd dat het eenvoudig is het financiële uithoudingsvermogen van een MKB bedrijf vast te stellen. De solvabiliteit is daarvoor een betrouwbare maatstaf. De conclusie van de financiële Coopertest vorige week was: heeft een onderneming een solvabiliteit van 35% of meer dan heeft het bedrijf een gezonde conditie en heeft voldoende leenvermogen voor verdere groei. Is de solvabiliteit geringer dan 35% dan is het aan te raden om te werken aan conditieverbetering. Geld lenen tast de solvabiliteit verder aan, dus wees daar even terughoudend mee en werk aan conditieverbetering ofwel verbetering van de solvabiliteit. De vraag is nu: hoe?

Actief de solvabiliteit verbeteren

Er zijn een aantal mogelijkheden om actief de solvabiliteit, lees financieel uithoudingsvermogen, van een bedrijf te verbeteren. We noemen vijf voorbeelden met daarbij de behorende kenmerken:

1. Winstinhouding

Door jaarlijks de winst aan het vermogen toe te voegen en geen of nauwelijks dividend uit te keren groeit het eigen vermogen gestaag. Een gezonde methode. Echter, deze vergt veel tijd. Het vergt soms jaren van sparen en de hand op de knip houden.

2. Balansverkorting

Het afstoten van overbodige activa en een scherper werkkapitaalbeheer (verkleining voorraad, sneller innen van debiteuren) voeren. Dit zijn eenmalige verbeteringen. Het aanwezige eigen vermogen verbetert er niet door.

3. Inbreng extra kapitaal door de ondernemer / aandeelhouder(s)

Net als winstinhouding is dit een gezonde methode; áls de aandeelhouders over middelen beschikken: breng het in! Op de spaarrekening levert het immers geen rendement. En dankzij de toename van het eigen vermogen kan de schuldpositie afnemen.

4. Inbreng kapitaal door derden

Kapitaal door derden inbrengen kan vanuit vrienden- of familiekring, maar ook via informal investors, participatiemaatschappijen en ROM’s. Een prima oplossing Hiermee kan snel een aanzienlijke verbetering van de vermogenspositie worden gerealiseerd. Overigens zijn veel ondernemers terughoudend: de ondernemer is niet meer enig aandeelhouder en moet dus meer verantwoording afleggen. Een argument dat voorbij gaat aan de voordelen:  andere aandeelhouders brengen niet alleen geld in, ook vaak hun kennis, visie en netwerk. Het biedt extra kans op professionele groei van het bedrijf

5. Werknemersparticipatie

Dit is een instrument waardoor medewerkers van een bedrijf kunnen deelnemen in (certificaten van) de aandelen van hun werkgever. De medewerkers worden mede eigenaar van het bedrijf. Het levert naast (beperkt) extra eigen vermogen ook iets extra’s op: nog meer betrokkenheid en vaak positieve gedragsverandering. Deze vorm van financieren past in de moderne tijd waarin  medewerkers meer onafhankelijk, bewust en vaak specialistisch opgeleid zijn. Een medewerkersparticipatie kan leiden tot extra (ver-)binding.

Eigen vermogen versterken niet eenvoudig

Hoe fraai deze opsomming van mogelijkheden ook is, in de praktijk blijkt het voor de meeste MKB bedrijven niet eenvoudig te zijn het eigen vermogen te versterken. Er zijn geen ‘eenvoudige’ loketten voor eigen vermogen zoals die er zijn voor vreemd vermogen (via banken en de non-bancaire kredietverstrekkers). Er is geen loket voor de MKB onderneming met een balanstotaal van € 300.000, die bijvoorbeeld behoefte heeft aan een eigen vermogensverbetering van € 50.000. Het ontbreken van zo’n loket voor eigen vermogen ‘drijft’ ondernemers dus automatisch naar de markt van vreemd vermogen. 

Financieringsgraad te hoog door vreemd vermogen

Vreemd vermogen is goedkoop, fiscaal aantrekkelijk en goed verkrijgbaar. Dat heeft geleid tot een hoge financieringsgraad (dus lage solvabiliteit) van MKB ondernemingen. Gevolg: het financiële uithoudingsvermogen is aangetast én kan niet eenvoudig worden hersteld. Een dilemma dat vraagt om nadere aandacht. 

Toegang eigen vermogensversterking MKB verbeteren

Een verbetering van de eigen vermogenspositie van MKB bedrijven leidt tot een verbetering van het financiële uithoudingsvermogen, hetgeen vervolgens de toegang tot overige financiering verbetert. Daarom gaan wij in het blog van volgende week nader in op de vraag: op welke wijze zou voor het MKB de toegang tot eigen vermogensversterking verbeterd kunnen worden? 

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.