Category

Blog

Blog 64: Marktmeester: pak je rol!

By | Actualiteiten, Blog


Risico en rendement worden vaak in één adem samen genoemd. De verwachting van een hoog rendement gaat gepaard met een hoog risico. Ik vraag me wel eens af of eenieder zich realiseert wat deze uitspraak echt betekent voor een investeerder? Realiseert men zich wat de vertaling is van “de verwachting van een hoog rendement”? Vrij vertaald: “de serieuze kans op een zeperd”. En dat is alles behalve een aantrekkelijk vooruitzicht. De hoge rendementsverwachting is een roes, het manifesteren van het risico is de kater.

Overheid beïnvloedt risico en rendement

Mensen en organisaties maken voortdurend risico rendements afwegingen. Soms zijn er situaties waarbij de overheid dit proces bewust beïnvloedt, bijvoorbeeld door fiscale wetgeving of garantieregelingen. De overheid doet dat op het moment dat markten zelfstandig onvoldoende functioneren. Stimulerende maatregelen bieden dan hulp.

Zakelijke financieringsmarkt MKB functioneert onvoldoende 

Een markt die op het ogenblik is de zakelijke financieringsmarkt van het midden- en kleinbedrijf. Het is m.n. voor kleine bedrijven lastig passende financiering te vinden en te verkrijgen (zie ook blog 62, waarin wij pleiten voor een financieringsfonds voor MKB financiers). Financieringen tot € 250.000 zijn meer en meer het domein geworden van de nieuwe financiers. Maar ook van particuliere beleggers die direct of indirect (via crowdfunding platforms, via beleggings- en investeringsfondsen) kleine bedrijven financieren. De markt is veranderd, maar functioneert nog onvoldoende. Tijd dus voor de overheid om door middel van wet- en regelgeving de markt te stimuleren!

Fiscale maatregelen kan haperende markt stimuleren

In de afgelopen maanden heeft  Céline Smits voor SMF een afstudeeronderzoek uitgevoerd. Het rapport heeft de titel “Het stimuleren van de Nederlandse MKB financieringsmarkt” en is hier te downloaden. In de studie worden vele overheidsmaatregelen vanuit verschillende landen besproken en beoordeeld en komt de visie van veel betrokkenen uit de markt aan bod. Conclusie is dat de overheid door middel van fiscale maatregelen de haperende markt kan stimuleren.

Onderzoek pleit voor Winwinlening en herinvoering Durfkapitaalregeling

Expliciet wordt gepleit voor een herinvoering van de Durfkapitaalregeling (voorheen Tante Agaathregeling) en de invoering van de Winwinlening naar Belgisch model. Wij onderschrijven deze conclusies en pleiten er voor dat de overheid haar rol van marktmeester grijpt en maatregelen neemt waardoor het in de eerste alinea genoemde verband tussen risico en rendement positief wordt beïnvloed. Het financieren van MKB ondernemingen wordt daardoor vergemakkelijkt.

Blijf op de hoogte

Elke week de non-bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

 

Blog 63: Tweede dinsdag van september

By | Actualiteiten, Blog


Volgende week is het de derde dinsdag van september en presenteert het Kabinet haar plannen voor het komende parlement jaar. In die plannen zal naar verwachting veel aandacht uitgaan naar het Nederlandse MKB, de motor van onze economie. Wij verwachten dat één van de grote aandachtspunten zal zijn: gezonde financiering van het MKB. Op de tweede dinsdag van september kijken wij vooruit: wat hopen wij op Prinsjesdag terug te vinden in die plannen?

Korte termijn

De politiek heeft in reactie op de Coronapandemie snel gereageerd met grote steunpakketten om het MKB door de crisis heen te helpen. Veel maatregelen zijn erop gericht de korte termijn liquiditeitstekorten op te vangen. Hierbij spelen financiers een uitvoerende rol. Het is een positieve ontwikkeling dat niet alleen de traditionele banken, maar ook een aantal van de non-bancaire financiers is geaccrediteerd om bijvoorbeeld financieringen te verstrekken binnen de BMKB-C garantieregeling. Wij hopen dat dit een nadrukkelijke eerste stap is naar een structurele positie van de non-bancaire financiers in toekomstige wet- en regelgeving betreffende de (MKB-) financieringsmarkt.

Lange termijn

Maar wij pleiten voor meer dan alleen deze korte termijn. Wij verwachten dat in de kabinetsplannen ook extra aandacht wordt besteed aan de gevolgen voor de middellange en lange termijn. De financieringsmarkt voor het MKB verkeert in een turbulente, cruciale verandering. De traditioneel dominante rol van banken is in het segment van microbedrijven verdwenen en neemt ook in het segment van kleinbedrijven jaarlijks af. De ontstane ruimte wordt opgevuld door nieuwe financiers. Door deze nieuwe aanbieders is de markt structureel gewijzigd. Deze structurele wijzigingen vragen een lange termijn visie voor de MKB financieringsmarkt en bijbehorende beleidsmaatregelen. 

Aandachtspunten voor de lange termijn

Wij herhalen enkele wensen, reeds verwoord in eerdere blogs. Het gaat SMF hierbij niet om de financiers, maar om de MKB ondernemer. Alles wat bijdraagt om de bereikbaarheid van financiering voor de MKB ondernemer te vergroten kan rekenen op onze steun.

Gelijk speelveld verschillende aanbieders

Een gelijk speelveld voor de verschillende aanbieders zal de marktwerking verbeteren en zal het MKB ten goede komen. Funding voor alternatieve financiers (blog 62) is daaraan dienstig.

Structurele verbetering eigen vermogen MKB

Een ander aspect wat voor de lange termijn aandacht behoeft is de structurele verbetering van het eigen vermogen van het MKB (zie onze blogs nrs. 28, 29, 51, 52. 53, 54, 55, 56). Door de Coronaproblematiek is al meer aandacht ontstaan voor dit reeds jaren bestaande probleem. MKB’ers beschikken vaak over een tekort aan risicodragend vermogen en kunnen moeilijk eigen vermogen aantrekken. Wij pleiten voor (een mix van) nieuwe instrumenten. Voorbeelden kunnen zijn: een eigen vermogen fonds, fiscale instrumenten (komt tante Agaath terug?), garantieregeling EVL35.

Nieuwe markt vraagt nieuwe specialisten

De financieringsmarkt is complexer dan vroeger. Een belangrijk nieuw aandachtspunt is derhalve: hoe kan de ondernemer geholpen worden bij het vinden van de juiste financiering? Denk hierbij aan voorlichting plus 1 op 1 begeleiding van de MKB ondernemer door een gespecialiseerde, erkende financieringsadviseur (blogs 25, 26, 31, 40 en 44). Een nieuwe markt met nieuwe spelers vraagt ook nieuwe specialisten. Het zou mooi zijn als de overheid ook de professionele ontwikkeling hiervan faciliteert.

IJkmoment voor een betere MKB financieringsmarkt

De derde dinsdag van september is een jaarlijks ijkmoment. Welke maatregelen liggen in het verschiet, welke blijven nog op de plank liggen. SMF pleit voor maatregelen die de veranderende MKB financieringsmarkt verder verbeteren. Met het uiteindelijke doel: verbeterde toegang tot financiering voor MKB ondernemingen. Volgende week weten we meer.

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

 

Blog 62: Financier de toekomst, steun kleinbedrijf met nieuw fonds

By | Actualiteiten, Blog


Welvaart is de kurk waar een gelukkig land op drijft. Al vele jaren staat Nederland hoog in de internationale lijsten van welvaart en geluk. Welvaart wordt sterk beïnvloed door een succesvol, bloeiend en groeiend Midden- en Kleinbedrijf (MKB). Vandaar dat vaak gesteld wordt dat het
MKB de motor is van de economie. Daar moet je zuinig op zijn. Het is dan ook logisch dat de Nederlandse overheid na het uitbreken van de Corona pandemie zoveel energie steekt in het ondersteunen van het MKB. Gegeven de maatregelen en de effecten daarvan tot nu toe verdient de overheid hiervoor hulde!

Kleinbedrijf cruciaal voor toekomstige welvaart

Bij de stelling dat het MKB de motor is van de economie past enige verdieping. Het MKB is geen eenduidige groep. Het betreft bedrijven variërend van ‘de bakker op de hoek’ tot bedrijven met 250 medewerkers en € 50 miljoen omzet (deze grote middenbedrijven zijn overigens weer voortgekomen uit het echte kleinbedrijf). Dus binnen de groep MKB bedrijven vormen de KLEINbedrijven de vijver voor de groeiers en latere midden- en grootbedrijven. Valt het kleinbedrijf weg, dan valt de toekomst weg… Met andere woorden: het K L E I N bedrijf is cruciaal voor de toekomstige welvaart van Nederland. Het is dus van vitaal belang dat de overheid met haar corona maatregelen het kleinbedrijf bereikt.

Zijn de maatregelen voldoende gericht op het kleinbedrijf?

Met de eerste twee steunpakketten heeft de overheid op grootste wijze uitgepakt. Loonsubsidies, uitstelregelingen, rechtstreekse kostenbijdragen en financieringsinstrumenten zijn ingezet om de gevolgen van de pandemie op te vangen. Chapeau! Tot nu toe weten veel bedrijven het hoofd boven water te houden. Op Prinsjesdag wordt het volgende pakket maatregelen met een looptijd tot medio 2021 bekend gemaakt. Wij zien dat met vertrouwen tegemoet, maar hebben één grote zorg: zijn de maatregelen voldoende gericht op het kleinbedrijf en dus op een gezonde toekomst, of…. komt er zand in de motor van de economie en betaalt uiteindelijk het kleinbedrijf de tol van de pandemie?

Klein MKB profiteert niet van goedkoop geld ECB

Cruciaal in de maatregelen is het aspect van ondernemingsfinanciering. En hier ontstaat onze vraag: bereikt de overheid het kleinbedrijf (in aantallen veruit de meeste bedrijven in Nederland) met haar financieringsplannen? Wij vrezen van niet. De Nederlandse banken concentreren zich in toenemende mate op iets grotere bedrijven. Dit heeft de afgelopen jaren de ruimte geboden aan de nieuwe financiers (alternatieve financiers, non-bancaire financiers) een steeds groter deel van de financieringsmarkt in het kleinbedrijf te bedienen. Het jaarlijkse onderzoek van SMF bevestigt dit. De banken worden gefaciliteerd met goedkoop geld van de ECB, maar wij vermoeden dat het kleine MKB daar onvoldoende van kan profiteren. Zo leiden in de kern prachtige regelingen niet voldoende tot het gewenste effect op de plaats waar het nodig is: bij het (M)KB. Daarom pleit de Stichting MKB Financiering in een brief aan de ministeries van Economische Zaken en Financiën voor een overheidsfonds dat tegen zachte voorwaarden € 3,4 mrd ter beschikking stelt aan de non-bancaire financiers. De nieuwe (non-bancaire) financiers kunnen zo voor de Overheid een nieuwe marktpartij zijn om het geld te brengen waar het het meest effectief is: bij het MKB. Omdat het MKB de motor is van de economie pleit SMF er voor die motor nu te smeren om zo in de toekomst bloei, groei en welvaart te versterken.

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

 

 

 

Blog 61: Community finance versus werknemersparticipatie

By | Blog, Non bancaire financieringsvormen, Werknemersparticipatie en comunity finance


We hebben in de blogs 57, 58 en 59 de werknemersparticipatie (WNP) besproken. In deze laatste blog uit de reeks van vier leggen wij de link van werknemersparticipatie (WNP) naar community finance. 

Community finance, ook wel gemeenschapsfinanciering genoemd, is de overkoepelende term voor het financieren van een project of organisatie door een groep mensen met een gemeenschappelijk doel. In de praktijk betreft het vaak maatschappelijke voorzieningen en projecten die zijn opgezet vanuit een (lokale) gemeenschap, bijvoorbeeld lokale energievoorziening natuur, milieu en zorgvoorzieningen. Maar ook meer bedrijfs-achtige initiatieven als beheer en exploitatie van wijkcentra, sport en recreatieve voorzieningen, infrastructuur en onderwijs. Deze ontwikkelingen zijn mede een gevolg van trends als:

Iedereen investeerder

Een trend die breder gevoed wordt dan alleen door community finance. Het zijn niet alleen sociale initiatieven die mensen aanzetten tot investeren en het leveren van een bijdrage. Ook door ontwikkelingen in de financiële markten, door langdurig lage tot zelfs negatieve rente, worden mensen uitgedaagd spaargeld anders te beleggen. Er is hierdoor veel geld in de markt beschikbaar. In deze zin zijn werknemersparticipatie (WPN) en community finance vergelijkbaar.

Impact investeren

Investeringen die positieve maatschappelijke effecten tot doel hebben. Overigens is financieel rendement wel degelijk ook van belang, maar dat is niet het enige doel. Ook deze trend is toepasbaar op WNP en community finance.

Lokale betrokkenheid

Er is een sterke trend aanwezig naar lokale invloed. Bewoners willen weer invloed hebben op de voorzieningen en bedrijven die in hun buurt actief zijn en minder afhankelijk zijn van politiek en multinationals. Ook lokale productie van voedsel en goederen en ambachtswerk wordt steeds meer gewaardeerd.

Opkomst bewonersbedrijven, Buurt BVs & Community Businesses

Buiten de grote steden in het Verenigd Koningkrijk is het al heel normaal dat lokale bewoners zelf eigenaar willen zijn van gemeenschappelijke voorzieningen, maar ook samen lokale bedrijven willen exploiteren. Deze trend zien we nu ook naar Nederland komen. Zo zijn er in diverse plaatsen al wijken met een eigen stroomvoorziening.

Resultaten voor bredere groep stakeholders

Door de opkomst van maatschappelijke bedrijven, en de erkenning hiervoor door de overheid voor de oprichting van de BVm entiteit, wordt de focus verlegd van winstmaximalisatie voor een kleine groep financiers naar impact voor een brede groep stakeholders. Door financiering en resultaten ook bij een bredere groep stakeholders op te halen, komen ook de financiële baten bij een breder netwerk terecht.

Werknemersparticipatie is op basis hiervan feitelijk een vorm van community finance, waarbij de stakeholders zelf ook als werknemers directe betrokkenheid hebben bij de organisatie waar ze werkzaam zijn.

Financiering als bindmiddel voor bereiken gezamenlijke doel

Financieren is in deze voorbeelden niet alleen een financieel vraagstuk. Hier is financiering  een middel waarmee impliciet een ander doel dan financiering wordt bereikt. Financiering is in feite een geïntegreerd onderdeel van ondernemen, samenwerken en handelen van (groepen van) mensen. Met elkaar kun je voordelen behalen die het individu alleen niet bereikt. Financiering werkt hier als bindmiddel voor het bereiken van het gezamenlijke doel. Eén van de mooie kanten van het nieuwe financieren.

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

Eerdere blogs over werknemersparticipatie

Deel 1: Wat is een werknemersparticipatie en welke vormen zijn er
Deel 2: Motieven voor en kenmerken van een werknemersparticipatie
Deel 3: Het invoeren van een werknemersparticipatie
Deel 4: Community finance

 

Blog 60: Fijne bestemming! 520 Eiffeltorens of 2 keer naar de Maan?

By | Actualiteiten, Blog

Heb je als ondernemer geld nodig? Dan ga je naar een financier en je vraagt een lening aan. Hoe werkt dat? Je geeft aan

  • Waar je het geld voor nodig heb
  • Hoeveel geld je daarnaast zelf kan inbrengen
  • Wat je prestaties en resultaten in het verleden zijn geweest
  • En wat het effect zal zijn van de investering met het geleende geld

De geldverstrekker zal bereid zijn het gevraagde krediet te verstrekken als naar diens oordeel de historische prestaties en het toekomstperspectief daar aanleiding toe geven. Als ondernemer kan je het soms niet geheel eens zijn met de beslissing, maar je begrijpt dat de geldschieter deze afweging maakt.

Hoe anders is dat in Europees overheidsverband…… 

De berichtgeving over de Europese Top van het afgelopen weekend werd gedomineerd door de rol en positie van de vrekkige vier landen, waarbij onmiskenbaar een hoofdrol was weggelegd voor onze premier, Mark Rutte. De discussies gaan over het Europese herstelplan ter grootte van € 750 miljard euro.  Kern van de berichtgeving over deze  discussie gaat niet over de inhoud, het gaat alleen over de vorm: moet het bedrag geheel ter beschikking gesteld worden als subsidie, geheel als leningen of en mix, al dan niet met  voorwaarden. 

Geen enkel bericht gaat over de vraag: Wie heeft hoeveel nodig en waarvoor?

 

Hoeveel is 750 miljard euro?

Met name de hoeveelheid geld is interessant. Hoeveel is dat nu eigenlijk, 750 miljard euro?  Omdat het vakantietijd is hebben wij twee vakantiebestemmingen geselecteerd om het bedrag te visualiseren: de Eiffeltoren en de Maan.

Europese herstelfonds visualiseren

1 euro weegt 7,5 gram, de Eiffeltoren weegt ruim 10 miljoen kilogram. Als je 1,35 miljard euromunten opstapelt heb je een volledige Eiffeltoren! Als we het bedrag van het Europese herstelfonds op deze wijze visualiseren spreken we over 520 gestapelde Eiffeltorens, dat is 18 Eiffeltorens in elk Europees land……

Twee keer op en neer naar de maan

Een andere manier van visualiseren is alle 750 miljard euro’s stapelen en zien hoe ver je komt. Er ontstaat een stapel munten van ruim 1,7 miljoen km. Dat is twee keer op en neer naar de maan!

Fijne bestemming

Wat en hoe de dames en heren in Brussel ook beslissen, wij hebben er nu twee vakantiebestemmingen voor. De komende vier weken gaan we fijn besteden aan vakantiebestemmingen, zodat u ons volgende blog, dan weer in alle ernst, op dinsdag 25 augustus tegemoet kan zien, goede vakantie!

Blijf op de hoogte

Blijf ook na de zomervakantie op de hoogte en schrijf je in voor onze blog. Na inschrijving ontvang je dan elke week een email met de blog in je postbus.

Blog 59: Werknemersparticipatie, deel 3: het invoeren van een WNP

By | Blog, Non bancaire financieringsvormen, Werknemersparticipatie en comunity finance

De werknemersparticipatie (WNP) is een specifieke vorm van community finance. In een reeks van 4 blogs bespreken wij de kenmerken, de werking en de voor- en nadelen van een WNP. 

Deel 1: Wat is een werknemersparticipatie en welke vormen zijn er
Deel 2: Motieven voor en kenmerken van een werknemersparticipatie
Deel 3: Het invoeren van een werknemersparticipatie
Deel 4: Community finance

Deze week besteden wij aandacht aan het invoeren van een werknemersparticipatie.

Het invoeren van werknemersparticipatie vraagt een zorgvuldige voorbereiding, want de regeling moet lang meegaan. De introductie en invoering van een WNP kent vier fasen:

1. Oriëntatiefase

Wat zijn de afwegingen en motieven en welke doelen wil je nastreven? Wil je medewerkers binden? Zijn er medewerkers die je juist niet wilt binden? Past WNP binnen de cultuur van het bedrijf: is er voldoende communicatie en openheid? Zijn de medewerkers geïnteresseerd in een deelname in het bedrijf? Zijn ze bereid geld te investeren in de onderneming? Wil of kan het bedrijf medewerkers financieel faciliteren om participaties te verwerven? Als duidelijk is dat een participatieregeling past binnen de onderneming, kan men zich oriënteren op welke mogelijkheden en vormen er zijn om te toetsen of deze voldoen aan de geformuleerde doelen. 

2. Ontwerpfase

In de ontwerpfase kies je het gewenste participatiemodel en de omvang van het percentage aandelen dat aan de medewerkers ter beschikking zal worden gesteld. De juridische structuur wordt gecheckt en zo nodig aangepast. In deze fase is het inschakelen van een expert onontbeerlijk. Hoeveel is het bedrijf waard? Er moet een waardebepaling (nulmeting) van de aandelen plaatsvinden, die met de fiscus afgestemd dient te worden. De fiscus wil voorkomen dat medewerkers ‘te goedkoop’ aandelen verwerven, want dat zou een vorm van verkapt loon zijn. Het verdient aanbeveling met de fiscus een lange termijnafspraak te maken over de waarderingsmethode, zodat je niet jaarlijks goedkeuring hoeft te verkrijgen. In de ontwerpfase wordt tevens bepaald hoeveel procent van het aandelenkapitaal voor de medewerkers ter beschikking komt. De vraag is of de regeling voor alle medewerkers toegankelijk wordt gemaakt, of voor een selecte groep. Aan welke voorwaarden en eisen moeten ze voldoen om in aanmerking te komen? Alle voorwaarden en condities worden vastgelegd in een reglement. 

3. Invoeringsfase

De daadwerkelijke invoering vereist goede voorlichting aan de medewerkers. Dit kan geschieden in de vorm van een (beperkte) prospectus. Daarin wordt de bedrijfskundige informatie van het bedrijf opgenomen, evenals een globaal overzicht van de voorwaarden en condities waaronder potentiële deelnemers kunnen deelnemen. Leg in deze fase alle relevante documentatie zorgvuldig vast. Communiceer alleen op basis van de documenten, teneinde ruis in de communicatie te voorkomen. Geef expliciet toelichting op de wijze waarop de waardebepaling (de nulmeting) tot stand is gekomen en leg uit hoe de waarde in de komende jaren zal worden vastgesteld. Dit is immers bepalend voor de waarde van hun deelneming en dus voor het rendement dat de deelnemers op hun investering kunnen realiseren. 

4. Onderhoudsfase

WNP vereist zorgvuldige vastlegging en administratie. Om de handel in de participaties mogelijk te maken, wordt periodiek een “handelsdag” georganiseerd (gebruikelijk is eenmaal per jaar). De medewerkers ontvangen daartoe jaarlijks een specifieke verslaglegging over de gang van zaken van de onderneming, plus de actuele prijs van de participaties. De prijs wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de in de regeling opgenomen methode van waardering. Op een handelsdag kunnen medewerkers participaties bijkopen of terugverkopen aan de onderneming (DGA). Periodiek dient de waarde van de participaties door een externe deskundige te worden gecheckt. De frequentie hiervan is mede afhankelijk van de ruling die met de fiscus is getroffen, en van de ontwikkelingen van het bedrijf en zijn omgeving. Een frequentie van eenmaal per drie à vier jaar is meestal toereikend.

Interesse participatie neem toe

Hoewel werknemersparticipaties in het verleden (jaren zestig en zeventig) enige malen inzet zijn geweest bij cao onderhandelingen is het instrument in Nederland beperkt toegepast. Het opleidingsniveau van medewerkers in onze huidige kenniseconomie is hoger en ook ondernemerschap is populairder dan in die periode. Dit zijn wellicht redenen waarom op dit moment de interesse lijkt toe te nemen. Die interesse is breder dan alleen werknemersparticipatie. Ook participatie vanuit de keten (afnemers, leveranciers en financiers) lijkt toe te nemen. Daarom besteden we volgende week nog één blog aan deze verbreding: community finance.

Blijf op de hoogte

Volgende week bloggen we over het invoeren van een werknemersparticipatie. Blijf op de hoogte en schrijf je  in, je ontvangt dan elke week onze blog in je postbus.

 

Blog 58: Werknemersparticipatie, deel 2: motieven en kenmerken

By | Blog, Non bancaire financieringsvormen, Werknemersparticipatie en comunity finance

De werknemersparticipatie (WNP) is een specifieke vorm van community finance. In een reeks van vier 4 blogs bespreken wij de kenmerken, de werking en de voor- en nadelen van een WNP. 

Deel 1: Wat is een werknemersparticipatie en welke vormen zijn er
Deel 2: Motieven voor en kenmerken van een werknemersparticipatie
Deel 3: Het invoeren van een werknemersparticipatie
Deel 4: Community finance

Vandaag besteden wij aandacht aan de motieven en kenmerken.  

Motieven

Het invoeren van een WNP is voor een bedrijf een ingrijpend besluit. Het is noodzakelijk vooraf goed te overdenken welke doelen je wilt bereiken en of het invoeren van een WNP daarvoor het geschikte instrument is. Er zijn veel redenen om een WNP in te voeren. Sommige doelen zijn een vorm van beloning, sommigen komen voort uit de wenst tot prestatieverbetering en weer anderen zijn gericht op ondernemerschap. Mogelijke doelen van een WNP zijn:

  1. Een vorm van belonen zonder cash out
  2. Medewerkers stimuleren en motiveren
  3. Werknemers (ver-)binden aan de onderneming
  4. Minder verloop en het vasthouden van goede mensen binnen de organisatie
  5. Het verbeteren van productiviteit en bedrijfsprestaties
  6. Verbeteren van de eigen vermogenspositie
  7. Voorbereiding voor bedrijfsovername op termijn
  8. Talent aantrekken en binden. WNP is meer dan gewoon salaris
  9. Medewerkers laten groeien naar mede ondernemer 
  10. Start up / scale up: als financiën nog ontbreken om toptalent een hoog salaris te bieden

Een aantal doelen stelt het belang van de medewerkers centraal. Anderen (zoals 6, 7 en 9) zijn meer gericht op ondernemerschap en financiering. De gekozen doelen zijn bepalend voor de vorm waarin de WNP wordt uitgewerkt.

Kenmerken 

Na een gedegen voorbereiding en invoering vergt het onderhoud van de regeling weinig tijd en energie. Een werknemersparticipatie regeling heeft een eigen dynamiek. Het is geen eenmalig project, maar meer een manier van werken met elkaar, hetgeen een motiverende invloed heeft op het personeel. Specifieke andere kenmerken en voordelen zijn: betrokkenheid, binding, ‘company proud’. Als werkgever positioneer je het bedrijf als aantrekkelijk voor medewerkers. Zijn in de onderneming medewerkers werkzaam die mogelijk ooit opvolger worden van de huidige ondernemer? Een participatieregeling kan eventueel een voorbereiding zijn op latere overdracht van de onderneming aan één, enkele of meerdere medewerkers. 

Nadelen werknemersparticipatie

Werknemersparticipatie kent ook nadelen. Is het eenmaal ingevoerd, dan zit je er in principe (voor lange tijd) aan vast. Het is immers onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. Voor een ondernemer die het vervelend vindt open te communiceren over de gang van zaken van het bedrijf, is participatie door medewerkers niet geschikt. Medewerkers zijn geen ondernemers zoals de dga zelf wel is. Een ondernemer kent het gevoel van risico en weet dat goede jaren door mindere jaren worden afgewisseld. Als je een WNP in het bedrijf hebt en je aan de deelnemers in enig jaar een slecht resultaat moet melden (waardoor de waarde van hun participaties daalt), kan dat tot teleurstelling leiden. Je mag hopen dat het de participerende medewerkers stimuleert tot extra inzet om de bedrijfsresultaten weer te verbeteren.

Arbeidsvoorwaarden instrument met financieringsaspecten

Tot slot iets over het financieringsaspect: het financieringsvolume van een WNP is beperkt. Als de participatie plaatsvindt door uitgifte van nieuwe aandelen, wordt het eigen vermogen versterkt. Het zijn meestal relatief bescheiden bedragen (tot enkele duizenden euro’s) per medewerker. Desalniettemin vergroot een toename van het kapitaal de leencapaciteit van het bedrijf. Als zodanig ondersteunt het de bestaande financiering en verbetert het toekomstige financieringsmogelijkheden. Werknemersparticipatie is in praktijk een arbeidsvoorwaarden instrument met financieringsaspecten. 

Blijf op de hoogte

Volgende week bloggen we over het invoeren van een werknemersparticipatie. Blijf op de hoogte en schrijf je  in, je ontvangt dan elke week onze blog in je postbus.

 

Blog 57: Werknemersparticipatie, deel 1

By | Blog, Non bancaire financieringsvormen, Werknemersparticipatie en comunity finance

Dit is deel 1 van 4 blogs over werknemersparticipatie. In deze reeks bespreken wij de kenmerken, de werking en de voor- en nadelen van een werknemersparticipatie.

Deel 1: Wat is een werknemersparticipatie en welke vormen zijn er
Deel 2: Motieven voor en kenmerken van een werknemersparticipatie
Deel 3: Het invoeren van een werknemersparticipatie
Deel 4: Community finance

Inleiding

Werknemersparticipatie (WNP) is een instrument waardoor medewerkers van een bedrijf kunnen deelnemen in (certificaten van) de aandelen van hun werkgever. De medewerkers participeren daadwerkelijk in het kapitaal en worden op deze manier mede-eigenaar. Dit versterkt de betrokkenheid, waardoor werknemers langer aan de onderneming gebonden en verbonden worden. Wellicht rijst de vraag of werknemersparticipatie geschikt is voor het MKB. Dat is het zeker. Werknemersparticipatie is zelfs bij uitstek geschikt voor MKB-bedrijven. Het instrument kan al bij een beperkt aantal medewerkers worden toegepast, zelfs bij minder dan 10 werknemers. Als direct financieringsinstrument heeft werknemersparticipatie een beperkte werking: het gaat meestal om relatief kleine bedragen. Maar financieringstechnisch werkt de werknemersparticipatie ook indirect. Doordat werknemers deel nemen in het kapitaal van het bedrijf kan het eigen vermogen toenemen. Hierdoor wordt de leencapaciteit van het bedrijf vergroot. 

Doel

Het primaire doel van participatie door medewerkers is niet de financiering van de onderneming, het ligt meer in het creëren van bijzondere arbeidsvoorwaarden. Toch bespreken wij de WNP als financieringsinstrument, omdat ze past in de huidige tijd. Medewerkers zijn onafhankelijk, bewust, meer ondernemingsgezind en vaak specialistisch opgeleid of ontwikkeld – allemaal ingrediënten die een werknemersparticipatie rechtvaardigen. De WNP is een financieel instrument met bredere werking dan financiering alleen.

Voorwaarden

Stabiliteit van het bedrijf is een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle, langdurige werknemersparticipatieregeling. Een onderneming met jaarlijks grote fluctuaties in omzet, kosten en resultaat is niet geschikt voor WNP. Verder moet het bedrijf niet té klein zijn. De ondergrens ligt indicatief bij 8 à 10 medewerkers en qua omzet omstreeks € 2 miljoen. Vervolgens is het belangrijk dat de onderneming reële groei realiseert. Groei van de onderneming leidt tot waardegroei van de aandelen, wat belangrijk is voor het rendement voor werknemersparticipatie. Een bedrijf dat gebaat is bij langdurige binding van het personeel (bijvoorbeeld fintechs, overige technologie, ICT, kennis dienstverleners) kan die binding op deze wijze bevorderen. Hoewel het fenomeen niet gebonden is aan het opleidingsniveau van de medewerkers, komt bij kleinere bedrijven WNP vooral voor in ondernemingen waar high professionals werkzaam zijn. 

Verschillende mogelijkheden

Er zijn verschillende mogelijkheden waarop (technisch) de werknemersparticipatie kan worden ingericht. Formuleer voorafgaand aan het proces van werknemersparticipatie zo nauwkeurig mogelijk welke doelen je nastreeft met de participatie. Dat helpt bij de vervolgkeuze: hoe ga ik het inrichten. Enkele mogelijkheden zijn:

1. Aandelen

Met aandelen verkrijgen werknemers werkelijk mede-eigendom van de onderneming, met dezelfde aandeelhoudersrechten en stemrecht. Voor MKB ondernemers is deze variant veelal een stap te ver.

2. Aandelenopties

Aandelenopties geven recht op de verkrijging van aandelen in de vennootschap. Interessant als “het verbinden van de medewerker” het doel is van de WNP. Wij behandelen in onze blogreeks de WNP vanuit financieringsoogpunt. Hieraan draagt de optie niet bij

3. Stemrechtloze aandelen

Het stemrechtloze aandeel is in Nederland in 2012 geïntroduceerd. Met stenrechtloze aandelen verkrijgt een medewerker economisch eigendom (recht op dividend en verkoopwinst), maar geen stemrecht. De stemrechtloze aandeelhouder mag wel deelnemen aan de aandeelhoudersvergadring, maar heeft daarin geen stemrecht.

4. Certificaten van aandelen

Certificaten van aandelen worden uitgegeven door een eigen StAK (Stichting Administratiekantoor). Medewerkers met certificaten (certificaathouders) hebben geen vergaderrecht en stemrecht, maar wel economisch recht (dividend en verkoopwinst). Voor de WNP is deze vorm uitermate geschikt. Het stemrecht van de betreffende aandelen ligt bij het bestuur van de Stak. In praktijk betekent dat meestal de ondernemer zelf.

In de theorie worden soms nog andere varianten vermeld, zoals SAR’s ( Stock Appreciation Rights, die recht geven op de waardevermeerdering van het bedrijf) en bonussen. Deze varianten zijn meer instrumenten voor beloning dan voor  financiering.

Het verdient aanbeveling in overleg met een gespecialiseerde adviseur de best passende vorm te kiezen. In ons volgende blog gaan wij in op de  motieven om te besluiten een WNP in te voeren en de kenmerken ervan.

Blijf op de hoogte

Volgende week bloggen we over de motieven voor en kenmerken van een werknemersparticipatie. Blijf op de hoogte en schrijf je  inje ontvangt dan elke week onze blog in je postbus.

Blog 56: Kasteelheer geneest van obesitas door eten Hema worst

By | Actualiteiten, Blog, Financieren, techniek en visie


In blog 53 schreven wij over financiële obesitas van bedrijven: het financieel overgewicht van bedrijven bestaat uit de overmaat aan vreemd vermogen, wat leidt tot (te) lage solvabiliteit. De zékere vaste lasten van financiering zijn dan hoog in relatie tot de onzekere inkomsten van een bedrijf. Eén van de risico’s, zie ook blog 55 van vorige week,  is dat de schuldeisers het roer overnemen. Investeerder Marcel Boekhoorn verloor “zijn” Hema aan schuldeisers, omdat Hema de verplichtingen niet kon nakomen. Niet leuk om in zo’n strijd de controle over jouw bedrijf te verliezen. Dat kan óók bij MKB bedrijven gebeuren… 
Maar zo’n dreiging kan ook een kans betekenen. Dinsdag 23 juni stond in De Financiële Telegraaf een artikel met de titel:

Kasteelheer doet ‘een Hemaatje’

In het kort de kern van het verhaal:

In 2018 neemt Haarlemse ondernemer Erik Kuiper-van den Berg evenementenlocatie Chateau Marquette over. De economie draait op volle toeren, de vooruitzichten zijn zonnig. Hij durft het aan om de overname grotendeels te financieren met geleend geld. Onverwacht is door de coronacrisis het bedrijf in zwaar weer beland. De ondernemer acteert pro actief. Om de schuldenlast te verminderen neemt hij zelf het initiatief om ruim een derde van zijn eigen aandelen te verkopen. Met de opbrengst verlaagt hij de schuld en dus de schuldenlast en vergroot hij het eigen vermogen en maakt direct zijn bedrijf weerbaarder voor de toekomst! Chapeau, ondernemen is óók dúrven veranderen en aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Zoals de ondernemer het zelf zegt:

“Door mijn schuldeisers mede-eigenaar te maken, ben ik van de hoge rentelast af.”

 

Wie kan delen kan vermenigvuldigen

Gegeven de omstandigheden is dit een mooie oplossing. Zoals onze voorzitter Ronald Kleverlaan het verwoordt: “Eigenlijk is het de Hema-oplossing in het klein.” Een oplossing die navolging verdient. Ondernemers creëren extra (overlevings-) kansen. Een gezonde balans is een goede financiële basis voor de toekomst. Uiteindelijk geldt: wie kan delen kan vermenigvuldigen. Kleverlaan: “Het is een vorm van financiering die je steeds vaker gaat zien bij kleine bedrijven. In Groot-Brittannië gebeurt het veel, bijvoorbeeld dat buurtgenoten samen een lokale pub overnemen. Er is daar zelfs speciale wetgeving voor.” In Nederland is er geen specifieke wetgeving. Chateau Marquette bewijst dat dit voor haar geen belemmering is gebleken. Het eten van deze Hemaworst heeft deze onderneming voor dit moment genezen van haar overcreditering. 

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.

Blog 55: HEel MAchtig, de risico’s van te veel schuld

By | Actualiteiten, Blog, Financieren, techniek en visie


Bedrijfsobesitas, zo noemden wij in blog 53 de situatie wanneer een bedrijf is volgestouwd met schulden. In onze recente blogs hebben wij veel aandacht besteed aan gezonde bedrijfsfinanciering. Met gezond bedoelen wij in dit verband dat de omvang van het vreemd vermogen binnen de perken gehouden moet worden. Waarom? Kijk naar de berichtgeving van afgelopen dagen rondom de Hema en het wordt duidelijk: veel schuld leidt tot héél veel macht bij de schuldeisers. In de situatie van de Hema is het eigendom van het bedrijf aan de aandeelhouder ontnomen. Een risico dat ook MKB ondernemers kunnen lopen.

Wat zijn de risico’s van (te) veel schuld?

Een overmaat aan schuld brengt verschillende risico’s met zich mee.

  • Vaste verplichtingen: schuld brengt verplichtingen aan rente en aflossingen met zich mee. Meer schuld betekent derhalve én meer rentelasten én meer aflossingsverplichtingen. Tegenover deze vaste  verplichtingen heeft een bedrijf onzekere inkomsten: inkomsten bij een bedrijf fluctueren en kunnen onverwacht (Corona) dalen. Geringere vaste verplichtingen betekenen dus minder risico. 
  • Oplopende rente: financiers vragen een hogere rente als een bedrijf (te) veel leent.
  • Voorwaarden worden strenger naarmate de schuld toeneemt en financiers vragen steeds meer en zekerheden
  • Per saldo heeft de ondernemer minder vrijheid van handelen, mist hij de middelen om kansen te pakken en wordt hij ‘dienaar van de financiers’. 

Het voorbeeld van Hema bevestigt dat je als ondernemer uiteindelijk de volledige controle over je bedrijf kunt verliezen. Je bent geen ondernemer geworden om te dansen naar de pijpen van de schuldeisers. Ondernemers hebben vaak een heilig geloof in hun idee, hun product, hun unieke propositie. Logisch dat hun focus meer ligt op het verwezenlijken van hun plannen dan op de randvoorwaarden van het ondernemen. Financiering is één van die randvoorwaarden. Maar, randvoorwaarden heten niet voor niets voorwaarden

Voorkomen is beter dan genezen

Om financiële obesitas te voorkomen is het belangrijk om over voldoende eigen vermogen in het bedrijf te beschikken. In voorgaande blogs hebben wij daaraan aandacht besteed. Maar je kan meer doen.

  • Werk planmatig: steeds meer ondernemers werken met jaarplannen en –prognoses. Het voordeel van een prognose is dat je op voorhand de financiële effecten van verschillende scenario’s kan beoordelen. Je kunt tijdig beslissen of, wanneer en hoeveel extra financiering in de komende periode nodig is.
  • Gebruik het plan door het jaar heen! Check periodiek of de realisatie in lijn ligt met de plannen en zo niet, beoordeel dan de afwijkingen en de daarmee samenhangende gevolgen voor de geldstroom in het bedrijf (en dus de financieringsbehoefte).
  • Klein bedrijf, toch een eigen CFO? Natuurlijk! Elke ondernemer zou zijn eigen deeltijd CFO moeten hebben. Dat klinkt zwaar, maar is eenvoudig. Werk samen met een (bij voorkeur externe, onafhankelijke) financieel deskundige waarmee je elke maand 2 uurtjes spart. Sommige ondernemers doen dit samen met hun accountant. In toenemende mate zie je ondernemers die hun eigen financieel adviseur of coach of sparringpartner hebben. Vaak een gespecialiseerde financieringsadviseur die alert is op risico’s én kansen. 

Wie bewust stuurt op gezonde financials kan HEel Makkelijk financiële obesitas voorkomen. Als je er verstandig mee omgaat krijg je van af en toe eens een stukje rookworst echt geen obesitas.

Blijf op de hoogte

Elke week de non bancaire financiële ontwikkelingen, trends en toekomst via ons volgen? Schrijf je dan in voor onze blog en ontvang deze elke week in je postbus.